Archief online artikels

 

Onze online-artikels vervangen sinds mei 2012 de bijdragen in het Infoblad dat driemaandelijks verscheen. De AVBG wil zo sneller op de actualiteit inspelen en tegelijk een nog ruimer publiek bereiken. 

 

 


In de loop van de eerste maanden van 2012 verschenen twee blauwe hardstenen puien opnieuw in het Antwerpse straatbeeld. De eerste pui is die van het huis Cleyne Logie aan de Wolstraat. De tweede pui, die we in dit deel behandelen, is die van huis D’Oude Maelassyse aan de Suikerrui 23. Van de twee puien is deze voor de Antwerpse architectuurgeschiedenis de belangrijkste.
 





Twee hardstenen puien opnieuw zichtbaar in het Antwerpse straatbeeld (deel 2: d’Oude Maelassyse)

 

Auteur: Jerry Driesen
Publicatie: 05/05/2012

 

In de loop van de eerste maanden van 2012 verschenen twee blauwe hardstenen puien opnieuw in het Antwerpse straatbeeld. De eerste pui is die van het huis Cleyne Logie aan de Wolstraat. De tweede pui, die we in dit deel behandelen, is die van huis D’Oude Maelassyse aan de Suikerrui 23. Deze pui kwam weer tevoorschijn ten gevolge van de gelukkige beslissing van het stadsbestuur om al de aanbouwsels voor de horecazaken aan de Suikerrui verplicht te doen afbreken in functie van de heraanleg van de straat. Een geslaagd initiatief dat hopelijk nog een vervolg zal krijgen aan de zuidzijde van de Grote Markt, de noordzijde van de Handschoenmarkt en op de hoek Torfbrug / Lijnwaadmarkt.

Samen met huis D’Oude Bierassyse (Suikerrui 25) en het verdwenen huis D’Oude Wynassyse vormde D’Oude Maelassyse een geheel dat als de Dry Assysen bekend stond en dat gelegen was aan de toenmalige Zoutrui. Bij D’Oude Maelassyse kwam tijdens de afbraak van de voorbouw een zo goed als intacte blauwe hardstenen pui te voorschijn die, op de iets smallere traveeën na (4 voet breed en deuropeningen van 11 voet hoog), opmerkelijke gelijkenissen vertoont met de oorspronkelijke pui van het reeds lang verdwenen huis De Rekenkamer. Dit huis De Rekenkamer maakte deel uit van het achttien huizen tellende huizenblok dat opgericht werd op de plaats van het oude stadhuis tussen de Suikerrui en de verdwenen straten Paardenstraatje, Suikerstraat en Ijzerenbrug. Dit is de plaats waar momenteel (april-mei 2012) archeologische opgravingen plaatsvinden door de dienst Archeologie van de Stad Antwerpen en verschillende kelders opnieuw zichtbaar zijn. Dit huizenblok naast het stadhuis werd op de kelders na, volledig afgebroken in 1907. Op dat moment waren de meeste puien van de huizen ook al sterk verbouwd. Maar het Felixarchief bezit nog wel een authentiek gevelplan van het huis De Rekenkamer, een huis dat aan de Ijzerenbrug stond, naast het hoekhuis Oudt Stadhuys aan het Paardenstraatje. [1]

Het huis De Rekenkamer had een binnenbreedte van 15 voet (4,30m) en de gelijkvloerse verdieping bestond uit één ruimte met achter de woning nog een klein koertje. De doorgang naar het koertje lag in het verlengde van de eerste travee, dus aan de zuidelijke scheidsmuur. Juist voorbij de helft van de diepte van het huis stond, halverwege de breedte van deze eerste travee, de spiltrap. De haard van de gelijkvloerse verdieping stond tegen de noordelijke scheidsmuur. Al deze gegevens zijn af te lezen op een eveneens bewaard grondplan van heel dit bouwblok. [2]

 
Afbeelding 1: Links de pui van huis D’Oude Maelassyse zoals hij thans bestaat en rechts de pui van De Rekenkamer op het in het Felixarchief bewaarde zestiende-eeuwse gevelplan (SAA. 12#4783). De verwantschap tussen de beide puien is groot, temeer als men er rekening mee houdt dat de bovenlichten van D’Oude Maelassyse een stuk verlaagd werden. (Foto’s: Jerry Driesen 2012)

De pui van De Rekenkamer was, afgaande op de grijzige inkleuring ervan op het gevelplan, volledig opgetrokken uit blauwe hardsteen. Onderaan bevonden zich vier penanten die door de sokkels en kapitelen het uitzicht hadden van Toscaanse pilasters. Door de drie gekoppelde rondbogen bovenaan gaf de pui de impressie van een arcade. Volgens de gegevens van de grondplannen betrof het een schijnarcade, er was dus zeker geen publiek toegankelijke gaanderij achter. De sluitstenen van de rondbogen waren voorzien van een diamantmotief. Zowel het grondplan als de geveltekening doen uitschijnen dat de pui voorzien was van drie deuropeningen. Hetzelfde is te zien bij het buurpand Oudt Stadhuys, dat ook op een kopergravure van Franciscus Hogenberg enkel van deuren is voorzien.

Deze puien vormden zo een visuele continuering van de stadhuispui, waarmee ze dus volgens de ideeën van de renaissancearchitectuur en –stadsaanleg een perspectivisch geheel dienden te vormen. [3]  Het lijkt er dus op dat die principes ook gehanteerd werden voor de Dry Assysen aan de Zoutrui. Die opvallende gelijkenissen zijn dan ook niet zo toevallig. Voor de bouw van de achttien huizen van het bouwblok naast het stadhuis werd in 1564 namelijk een compagnie gevormd waarvan o.a. de meester-metselaars Pauwels Aelwijns en Dierick Hackaert deel uitmaakten. Deze compagnie kocht op 19 september 1566 ook de huizen Den Osch en Den Struys aan de Gildekamersstraat, alsook de drie aanpalende accijnshuizen aan de Zoutrui. De bestaande bebouwing werd er vervolgens afgebroken en in de plaats kwamen vijf nieuwe huizen die samen met de achttien huizen van het huizenblok naast het stadhuis werden opgetrokken. [4] De Rekenkamer, D’Oude Maelassyse en D’Oude Bierassyse maken dus in feite deel uit van één bouwproject, dat omstreeks 1567 traditionele getrapte witstenen bovengevels combineerde met renaissancistische blauwe hardstenen puien waarmee men een stedenbouwkundige eenheid wilde nastreven met het nieuwe stadhuis.


Afbeelding 2: Zicht vanaf de Grote Markt doorheen de Paardenstraatje naar de Zoutrui op het moment van de Spaanse Furie op 4 november 1576. Het huis Het Oudt Stadthuys links vertoont een continuering van de rondboogpoorten van het stadhuis. De sluitstenen en de imposten in de rondbogen van de puien ondersteunden als horizontale geledingen het centraal perspectief dat als ideaal gold in een rationeel renaissancistisch straatbeeld. Weliswaar is dit perspectivische vista in realiteit onmogelijk doordat de Zoutrui meer naar links ligt en de huizen den Struys en den Osch aan de Gildekamersstraat achter het stadhuis het uitzicht afsluiten. (Detail uit kopergravure Franciscus Hogenberg 1579). [5]

Bij D’Oude Bierassyse zijn thans van de oorspronkelijke pui enkel de twee zijpenanten bewaard gebleven, doch zij bevatten nog voldoende informatie om aan te tonen dat ook hier een gelijkaardige pui als bij D’Oude Maelassyse aanwezig was. De penant voor de scheidsmuur maakt zelfs deel uit van beide puien, wat ontegensprekelijk één doorlopende pui en dus één bouwfase aantoont. Bij D’Oude Maelassyse werden in het verleden de bovenlichten naar onderen toe verlaagd waardoor het gesloten gevelvlak met blauwe hardsteenblokken boven de rondbogen kwam te verdwijnen, de oorspronkelijke hoogte van de bovenlichten is nog wel te zien bij D’Oude Bierassyse[6]

 
Afbeelding 3: Links de povere overblijfselen van het onderste deel van de pui van D’Oude Bierassyse aan de erfscheidingen. De bovenlichten behielden hier wel hun oorspronkelijk uitzicht. Rechts een detail van de oostelijke eindpenant met daarop nog duidelijk aftekenend de kapsporen die het gevolg zijn van het weghouwen van de impost en de aanzet van de archivolt van de rondboog. (Foto’s: Jerry Driesen, 2012)



Afbeelding 4: Deel van de reconstructietekening van de gekoppelde puien van de huizen D’Oude Maelassyse (Suikerrui 23) en D’Oude Bierassyse (Suikerrui 25) op basis van een opmeting ter plaatse en het voorbeeld van de geveltekening van huis De Rekenkamer. De bewaarde onderdelen zijn in volle lijn aangegeven en de verdwenen onderdelen in een streepjeslijn. De rondboogpoorten hadden elk een breedte van 4 voet en een hoogte van 11 voet. (Tekening: Jerry Driesen, 2012)


Een zeer spijtig gegeven bij de pui van D’Oude Maelassyse is dat al de blauwe hardsteen in het verleden machinaal geschuurd is geworden. [7] Hierdoor zijn interessante bouwhistorische sporen zoals beitelslagen en vooral groevemeestermerken verloren gegaan of nu te vaag om correct te interpreteren. Enkel onderaan op de meest rechtse penant en tussen de rondbogen van de tweede en derde travee zijn nog groevemeestermerken te herkennen. De aangetroffen merken zijn deze van de familie Hanicq. Deze spijtige abrasieve bewerking is gelukkig niet toegepast op de restanten van de pui van D’Oude Bierassyse waardoor ook daar nog een duidelijk groevemeestermerk kon aangetroffen worden, eveneens dat van Hanicq. Deze groevemeestermerken wijzen ook op een zestiende-eeuwse oprichtingsdatum en verwantschap met het stadhuis en de blauwe hardstenen renaissancepuien van de huizen Gulden Cruys (Zirkstraat 2) en ’t Steenken (Kaasstraat 11). Ook op de penanten tussen de bovenlichten van beide puien is op drie plaatsen een groevemeestermerk te ontwaren. Deze konden helaas nog niet van nabij bekeken worden; maar het zijn in elk geval andere merken dan deze op de onderzijde van de pui. Is dit mogelijk een indicatie dat de bovenlichten, in tegenstelling tot het onderste deel van de pui, na de brand van de Spaanse furie heropgebouwd werden samen met de rest van de bovengevel? De kans is reëel, want het is bekend dat dit stuk van de Zoutrui mee te lijden had van de overslaande brand van het stadhuis.

In elk geval kan uit al het voorgaande besloten worden dat de pui van D’Oude Maelassyse een uniek relict is van het streven om tijdens de late jaren ’60 van de zestiende eeuw van Antwerpen een renaissancestad te maken, vetrekkende van het toen gloednieuwe stadhuis.Het is dan ook bijzonder jammer dat deze authentieke renaissancepui, na deze van het huis Sint-Joris van Cornelis II Floris de Vriendt aan de Everdijstraat de oudste bewaarde van de stad, niet op een correcte wijze gerestaureerd is geworden. Er van uitgaande dat het uiterst amateuristische en destructieve afschuren van de steen al een oudere ingreep betreft, is het aanbrengen van de fantasievolle plinten met vensterdorpels in de eerste en derde travee tijdens de laatste restauratie-ingreep een spijtige keuze die volledig voorbijgaat aan de originele compositie met de drie deuren die zo een renaissancistisch rondbogenarcade wilde simuleren. Desondanks is het straatbeeld van de Suikerrui nu toch een blikvanger rijker en kan men zich nu toch een idee vormen van het originele uitzicht.

 

Noten:

1. SAA. 12#4783
2. SAA. 12#5048
3.Deze toestand was nog intact anno 1715; dat is te zien op een schilderij uit dat jaar dat toegeschreven is aan Frans Casteels (Collectie Stadhuis).
4. Gustaaf Asaert, Honderd huizen aan de Grote Markt van Antwerpen Vijf eeuwen bewoningsgeschiedenis (Zwolle, 2005). (p.158-159)
5. Afbeelding genomen uit: Het Oude Antwerpen Stadsbeeld en Stadsleven, uitgegeven door het gemeentebestuur van Antwerpen (Antwerpen, 1923) (Plaat 16).
6. Net boven de bovenlichten van D’Oude Bierassyse is ook nog een spoor van een gevelsteen zichtbaar, thans wel volledig afgevlakt.
7. Het is niet bekend of het afschuren een gevolg is van de recente renovatiewerken. Op foto’s uit de jaren ’50 van de twintigste eeuw is te zien dat de pui toen donker geschilderd was.

 

Galerij afbeeldingen (klik op foto om te openen)




(Gepubliceerd door Tim Bisschops. De auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van zijn artikel)

Publicaties > Archief online artikels

  Website beheerd door QuickerSite